Onderwijs als investering
Uitgaven aan onderwijs zijn investeringen voor de toekomst. Deelname aan onderwijs geeft opbrengsten die op korte en lange termijn ten goede komen aan individu en maatschappij. Het individu krijgt zo de mogelijkheid succesvol deel te nemen aan de samenleving, een inkomen te vergaren, welzijn en geluk. De maatschappij profiteert doordat onderwijs bijdraagt aan een goed functionerende arbeidsmarkt, de innovatiekracht van de economie, een sterke democratie, gelijke kansen en sociale cohesie.

Uitgaven van de rijksoverheid aan onderwijs worden echter niet op die manier bekeken. Deze zijn gebaseerd op onderwijs als een kostenpost. De opbrengsten van onderwijs in brede zin vallen buiten het blikveld van het politieke en maatschappelijke debat. Ook in de modellen waarmee het Centraal Planbureau de gevolgen van beleid doorrekent, spelen de langetermijneffecten van onderwijs slechts beperkt een rol.
Op basis van de politieke wens om meer te kunnen sturen vanuit een gerichtheid op brede welvaart, werken de drie planbureaus (Centraal Planbureau, Sociaal en Cultureel Planbureau en Planbureau voor de Leefomgeving) samen aan een Kernset Indicatoren Brede Welvaart. Deze biedt handvatten om beleid te analyseren en te ontwikkelen vanuit het perspectief van brede welvaart.
Hoe klinken dergelijke ontwikkelingen door in de besluitvorming over budgetten voor publieke voorzieningen? Welke overwegingen spelen een rol in de totstandkoming van het macrobudget voor onderwijs?
Advies in voorbereiding
Dit leidt tot de adviesvraag: Hoe kan in de besluitvorming rond het totale budget voor onderwijs rekening worden gehouden met de duurzame bijdrage die onderwijs levert aan de ontwikkeling van individu en maatschappij?
Het advies verschijnt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2024.