Prins Willem Alexanderhof 20
2595 BE Den Haag
t (070) 310 00 00
contact opnemen
Toegankelijkheid
Het onderwijsstelsel moet voldoende flexibel en toegankelijk zijn zodat ieder individu kansen heeft op een goede, passende opleiding waardoor hij een volwaardige bijdrage aan de samenleving kan leveren.
Begin juli 2015 heeft de minister van OCW de Strategische Agenda Hoger Onderwijs en Onderzoek 2015-2025 gepubliceerd. De Onderwijsraad heeft op verzoek van de minister advies uitgebracht over deze agenda.
Dit advies richt zich op de vraag hoe de inhoudelijke samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulpverlening bevorderd kan worden. De raad vindt dat een ononderbroken schoolloopbaan van jongeren een gezamenlijk uitgangspunt in de samenwerking zou moeten zijn. Daarvoor is het nodig dat schoolbesturen een actievere rol spelen in het lokale overleg met gemeenten. Ook zou de jeugdhulpverlening een structureel onderdeel moeten worden van de ondersteuningsstructuur op school.
De raad constateert dat overgangen in het onderwijs nu niet soepel genoeg verlopen. De raad pleit voor het centraal stellen van het belang van leerlingen tijdens overstapmomenten en werkt dit uitgangspunt uit in drie aanbevelingen.
Een startkwalificatie is van groot belang voor de zelfredzaamheid van jongeren. Door hogere eisen wordt het voor kwetsbare jongeren echter moeilijker om deze minimale basis te verwerven. Dit advies richt zich op de vraag hoe ook deze jongeren voorbereid kunnen worden op een zelfstandige en waardevolle positie op de arbeidsmarkt en in de samenleving.
In deze derde editie van de Stand van educatief Nederland geeft de raad een analyse van het Nederlandse onderwijs. Hoe staat het onderwijs er voor? Is het goed voorbereid op de toekomst? De raad constateert dat het Nederlands onderwijs het in internationale vergelijkingen goed doet. Maar hij signaleert daarnaast een aantal risico's. Om deze risico's te verkleinen formuleert de raad een drietal uitdagingen voor het onderwijsbeleid.
Goed initieel onderwijs is de voornaamste manier om duurzame inzetbaarheid van burgers te garanderen. De praktijk laat echter zien dat een deel van de jongeren het onderwijs verlaat zonder startkwalificatie. Voor deze groep van laagopgeleiden heeft de overheid een belangrijke verantwoordelijkheid. Om de positie van laagopgeleide volwassenen op de arbeidsmarkt en in de samenleving te verstevigen, doet de raad vier aanbevelingen om hen te stimuleren tot postinitieel leren.
In dit advies reageert de Onderwijsraad op de strategische agenda hoger onderwijs en onderzoek. De raad staat achter de ambitie van de agenda voor meer kwaliteit en differentiatie. Hij is echter van mening dat de innovatieve kracht van de samenleving door ons hoger onderwijs nog verder versterkt kan worden. Uitstekend hoger onderwijs is nodig voor economische groei en heeft een intrinsieke waarde zowel voor de deelnemers als voor de maatschappij. Vanuit deze visie formuleert de raad vier aanbevelingen.
Uitbreiding van het basisonderwijs met een pedagogisch aanbod voor alle driejarigen, gekoppeld aan een herziening van de kleuterperiode. Dat stelt de Onderwijsraad voor, om zo de voor- en vroegschoolse ontwikkeling van alle jonge kinderen te stimuleren.
Geen verplicht uitstel van selectie voor iedereen, maar wel verbeteringen in het huidige stelsel om bestaande zwaktes tegen te gaan. Dat is het oordeel van de Onderwijsraad naar aanleiding van de vraag of het Nederlandse onderwijs te vroeg selecteert (namelijk op 12-jarige leeftijd wanneer de keuze voor het voortgezet onderwijs wordt gemaakt). Er is zeker een aantal zwakke punten te benoemen, maar volgens de raad kan niet worden aangetoond dat deze alleen door uitstel van selectie zouden worden opgelost. Wel is het nodig om meer doorstroomvoorzieningen te creeëren en kritisch te kijken naar initiatieven van scholen die vroege selectie bevorderen, zoals het inrichten van gymnasiumbrugklassen.