De Onderwijsraad adviseert het wetsvoorstel Wet concretisering ononderbroken ontwikkelingsproces en stelsel van kwaliteitszorg niet in deze vorm in te dienen bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel beoogt de wettelijke eisen aan onderwijskwaliteit te concretiseren en te verduidelijken, maar slaagt daar volgens de raad niet in. De raad onderschrijft de noodzaak van duidelijke wettelijke kwaliteitseisen. Het wetsvoorstel zorgt op een aantal punten echter juist voor meer onduidelijkheid.
Het wetsvoorstel verduidelijkt twee deugdelijkheidseisen aan het onderwijs: de eisen ten aanzien van een ononderbroken ontwikkelingsproces en de eisen ten aanzien van het stelsel van kwaliteitszorg. De staatssecretaris Funderend Onderwijs heeft het wetsvoorstel voorgelegd aan de Onderwijsraad ter advies. Advisering door de raad vindt plaats na internetconsultatie en vóór advisering door de Raad van State. Vervolgens wordt het wetsvoorstel, al dan niet in aangepaste vorm, aangeboden aan de Tweede Kamer.
Maatregelen leiden niet tot verduidelijking van normen
De raad concludeert dat het wetsvoorstel de ambitie niet waarmaakt om tot verduidelijking van de onderwijswetgeving te komen en zo bij te dragen aan de onderwijskwaliteit. De staatssecretaris kiest ervoor om twee bestaande wettelijke eisen te verduidelijken, maar maakt in de toelichting niet duidelijk waarom is gekozen juist deze twee normen te verduidelijken en hoe ze bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van onderwijs.
De vormgeving van het wetsvoorstel zorgt bovendien op een aantal punten juist voor meer onduidelijkheid. In het wetsvoorstel is sprake van elkaar overlappende normen, die voor een deel naar elkaar verwijzen. Niet duidelijk is hoe deze normen zich tot elkaar verhouden. Daarnaast lopen de wettekst en de toelichting inhoudelijk uiteen, wat kan leiden tot interpretatieproblemen en onduidelijkheid over de bedoeling van de wet. Ook zorgt het gebruik van vage normen voor onduidelijkheid. Ze maken bijvoorbeeld geen einde aan discussies over de vraag wat ‘deugdelijk’ dan betekent.
Helder beeld nodig van sturingsmogelijkheden
De raad constateert dat de uitwerking van het wetsvoorstel geen blijk geeft van een duidelijk beeld van de manier waarop de overheid onderwijskwaliteit borgt en wat daarin de rol is van wettelijke eisen. Borging van de kwaliteit van onderwijs vergt dat niet alleen wordt gekeken naar de wettelijke normen, maar ook naar andere sturingsinstrumenten.