Armoede en onderwijs

Opgroeien in armoede brengt uiteenlopende belemmeringen met zich mee. Wat is er nodig zodat jongeren die opgroeien in armoede gelijkwaardig kunnen deelnemen aan onderwijs?

Handen van onderaf
Beeld: ©Onderwijsraad

Er zijn toenemende zorgen over jongeren die opgroeien in armoede. Hoewel er geen duidelijke aanwijzingen zijn dat armoede onder jongeren toeneemt, is er wel een groeiend bewustzijn bij beleidsmakers en anderen dat de samenleving een verplichting heeft om alle kinderen en jongeren mee te laten doen en ervoor te zorgen dat ook kinderen en jongeren die opgroeien in armoede zich op gelijkwaardige wijze kunnen ontwikkelen.

Gelijkwaardige deelname aan onderwijs niet vanzelfsprekend

Onderwijs kan kinderen en jongeren die in armoede opgroeien helpen om armoede te ontstijgen. Tegelijkertijd is gelijkwaardige deelname aan onderwijs voor hen niet vanzelfsprekend, juist door de armoedeproblemen. Armoede heeft een financiële oorzaak maar kan zich op uiteenlopende wijze uiten. Zo kunnen geldzorgen de concentratie van leerlingen en studenten in de weg staan of verhinderen dat zij sociaal meekomen op school. Er kan een interactiepatroon ontstaan waarbij zowel leerlingen als de school verwachtingen over prestaties omlaag bijstellen. Door dit alles lopen deze leerlingen een grotere kans gedemotiveerd te raken voor onderwijs en voortijdig de school te verlaten.

Focus op jongeren in vo en mbo

De Onderwijsraad focust in het advies vooral op jongeren in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Deze doelgroep heeft nog relatief weinig beleidsaandacht gekregen ten opzichte van leerlingen in het primair onderwijs, terwijl in deze onderwijsfase specifieke armoedevraagstukken spelen die – evenals de armoedevraagstukken in het primair onderwijs – urgent zijn. Zo worden de jongeren zelfstandiger en komen ouders op grotere afstand van de school te staan. Daarnaast stijgen de kosten van hun levensonderhoud. Met baantjes kunnen zij thuis financieel bijspringen maar dat kan ook weer ten koste gaan van school. Ten slotte kiezen jongeren in deze fase ook voor een studie of maken zij de stap naar het beroepsleven. Hun eerste loopbaankeuzes worden mede bepaald door financiële factoren.

De Onderwijsraad gaat na hoe scholen het beste met deze omstandigheden kunnen omgaan. Ook gaat de raad na hoe ketenpartners van scholen hen daarbij kunnen ondersteunen (denk aan de gemeente, zorgaanbieders, private partijen die armoedebeleid voeren). Ten slotte gaat na de raad na welke rol de rijksoverheid heeft te vervullen om ervoor te zorgen dat jongeren die in armoede opgroeien op gelijkwaardige wijze kunnen deelnemen aan onderwijs, net zoals alle andere jongeren.

Advies in voorbereiding

De Tweede Kamer heeft de Onderwijsraad gevraagd om advies te geven over de volgende vraag: Wat is er nodig zodat jongeren die opgroeien in armoede gelijkwaardig kunnen deelnemen aan onderwijs?

Deze verkenning verschijnt naar verwachting begin 2025.