Briefadvies Toekomstverkenning mbo, ho en wetenschap
De Onderwijsraad spreekt waardering uit voor het in samenhang en voor de lange termijn doordenken van de toekomst van middelbaar beroepsonderwijs, hoger onderwijs en wetenschap in de toekomstverkenning Vandaag is het 2040, die de minister van onderwijs onlangs aanbood aan de Tweede Kamer. De raad adviseert om nog een stap verder te gaan en te komen tot één lange-termijnagenda voor funderend en vervolgonderwijs. De raad geeft de minister aandachtspunten mee voor de uitwerking van regionale samenwerking en dringt eropaan de rol van digitale technologie in het onderwijs nog beter te doordenken.
Ontwikkelingen in het vervolgonderwijs kunnen niet los worden gezien van die in het funderend onderwijs en vice versa. Dit geldt bijvoorbeeld voor de aanpak van kansenongelijkheid in het onderwijs. In het vervolgonderwijs zijn de instroom in en overgangen tussen mbo, hbo en wo kwetsbare plekken in de onderwijsloopbaan van jongeren. De grootste uitdaging met betrekking tot kansengelijkheid ligt echter al eerder in de schoolloopbaan, bij de selectie in het voortgezet onderwijs.
De raad acht regionale samenwerking van het beroeps- en hoger onderwijs, van vmbo tot wo, met beroepenveld, bedrijfsleven en maatschappelijke partners van groot belang. De raad steunt de oproep van de minister hiertoe, maar waarschuwt voor de vorming van een extra bestuurslaag.
De raad adviseert de minister bij de doordenking van de toekomst van het hele onderwijs meer aandacht te schenken aan de rol van digitale technologie. Digitale technologie biedt kansen om het onderwijs te verrijken, maar kan het onderwijs ook eenzijdig maken en het sociale karakter van onderwijs onder druk zetten. Bovendien kan de inzet van digitale technologie in het onderwijs de digitale kloof vergroten en zo een versterker zijn van kansenongelijkheid in het onderwijs.