Minister van Gehandicaptenzaken Rick Brink over inclusiever onderwijs: “De kapstok staat, nu bepalen hoe we de jassen ophangen”

Een inclusieve start is één van de speerpunten van Rick Brink, de minister van Gehandicaptenzaken, een initiatief van omroep KRO-NCRV. Die start kan en moet beter vindt ook de Onderwijsraad. In het advies Steeds inclusiever schetst de raad een perspectief voor inclusiever onderwijs voor leerlingen met een beperking. De raad schreef het advies op verzoek van de onderwijsministers, maar bood het advies ook aan de minister van Gehandicaptenzaken aan, als ambassadeur voor 2 miljoen mensen met een beperking in ons land. In dit blog bespreekt hij wat hem aanspreekt in dit advies.

Minister van Gehandicaptenzaken Rick Brink
Beeld: KRO-NCRV

Een inclusieve start is samen starten

Een inclusieve start betekent voor mij dat kinderen, met en zonder beperking, samen spelen, samen les krijgen, samen sporten, samen plezier maken. Zodat kinderen zich ervan bewust worden dat sommige een beperking hebben en andere niet. En ervaren dat het normaal is dat kinderen met een beperking gewoon mee kunnen doen en dat kinderen met een beperking niet raar of eng zijn. Een inclusieve start is de basis voor de rest van je leven.

Ik heb zelf op een reguliere basisschool gezeten. Daardoor had ik vriendjes in de buurt. Maar veel kinderen met een beperking gaan naar een speciale school en missen die sociale contacten. Ik woon in Hardenberg. De reguliere basisschool was pal naast ons huis. Voor speciaal onderwijs was ik al snel in Zwolle terecht gekomen, 40 kilometer verderop.
 

"Een inclusieve start is de basis voor de rest van je leven."

Focus en goede ondersteuning nodig

De Onderwijsraad pleit met het advies Steeds inclusiever voor inclusiever onderwijs. Wat niet zal verrassen is dat mij aanspreekt dat de raad inclusiever onderwijs definieert als onderwijs dat thuisnabij is en samen met kinderen zonder beperking. Ook de afbakening in de doelgroep vind ik belangrijk. Als je kans van slagen wilt hebben, is focus nodig. Dus focus inclusiever onderwijs op kinderen met een handicap, met een fysieke of mentale beperking. Daar zijn echt nog veel stappen te zetten. Aandacht voor kinderen die hoogbegaafd zijn of om een andere reden een leerachterstand hebben, is ook belangrijk, maar daarvoor is ander beleid nodig.

Inclusief onderwijs moet overal mogelijk worden. Alle scholen moeten zijn toegerust op het ondersteunen van kinderen met een beperking. Dat mag niet afhangen van ouders of een schoolbestuur met lef of een bereidwillige gemeente, zoals bij mij het geval was. Goede ondersteuning is belangrijk. Scholen willen vaak wel, maar het ontbreekt ze soms aan middelen. Focus daarbij niet alleen op de kennis en vaardigheden van de leerkracht zelf, maar op hulp aan de leerkracht, zoals klassenassistenten en anderen die leerkrachten kunnen ondersteunen bij bijvoorbeeld sociaal-emotionele problemen van kinderen met een beperking.

Een kritische kanttekening bij het advies is dat ik de rol van gemeenten onderbelicht vind. Passend onderwijs staat of valt met de toegankelijkheid van de schoolgebouwen: een inclusieve school moet vanzelfsprekend toegankelijk zijn voor kinderen met een fysieke beperking. Iedere gemeente maakt een integraal huisvestingsplan. Neem daar een paragraaf in op over de toegankelijkheid van scholen. Anders ontstaat daar straks een struikelblok.

Ontdek en benut als samenleving talent

Nadelen aan inclusiever onderwijs zie ik eigenlijk niet. Het levert de samenleving enorm veel op om talent te ontdekken en in te zetten. Ook kinderen met een beperking hebben talenten. Benut die talenten en creëer kansen zodat meer mensen een plek krijgen in de samenleving.

“Nadelen aan inclusiever onderwijs zie ik eigenlijk niet.”

Als ik terugkijk op mijn eigen schooltijd, liepen we wel eens tegen praktische dingen op: hoe ga je bijvoorbeeld om met schoolzwemmen en gym? Maar eigenlijk vonden we overal wel een oplossing voor. Ik kreeg bijvoorbeeld fysiotherapie tijdens gymlessen. Je moet er ook zelf geen ingewikkelde toestand van maken, maar open zijn over wat je hebt en wat je nodig hebt. Ouders die nog huiverig zijn voor inclusiever onderwijs wil ik meegeven: kijk niet alleen naar de incidenten als er eens iets misgaat. Maar kijk naar het totaalplaatje.

Ik denk niet dat gezamenlijk onderwijs mogelijk is voor alle kinderen met een beperking. Ik hou, net als de Onderwijsraad, geen pleidooi voor het afschaffen van speciaal onderwijs. Er zijn kinderen die beter gedijen in een omgeving van speciaal onderwijs. Maar de kennis en vaardigheden van het speciaal onderwijs zijn niet locatie-gebonden. Die kun je ook inzetten in mengvormen van regulier en speciaal onderwijs, zodat je op veel meer locaties passend onderwijs kunt geven.

Boodschap voor Kamer: concretere doelen, kleine stappen

Half november gaat de Tweede Kamer in debat over de toekomst van passend onderwijs. In mijn beleving staat de kapstok, maar moet het gaan over hoe we de jassen goed ophangen. Als ik kamerlid zou zijn, zou ik bij de minister aansturen op concretere doelen en kleine stappen. Ik hoop dat de minister in ieder geval werk maakt van meer mengvormen van regulier en speciaal onderwijs en de afbakening tot kinderen met een beperking vasthoudt. Zodat er uiteindelijk meer plek komt voor deze kinderen op scholen dichterbij huis.

Rick Brink
Minister van Gehandicaptenzaken