Overgangen in het onderwijs

De raad constateert dat overgangen in het onderwijs nu niet soepel genoeg verlopen. Enerzijds ontneemt een strengere selectie kansen voor een deel van de leerlingen. De toegankelijkheid van het onderwijs komt hierdoor onder druk te staan. Anderzijds maken leerlingen lang niet altijd een goed onderbouwde keuze. De raad pleit voor het centraal stellen van het belang van leerlingen tijdens overstapmomenten en werkt dit uitgangspunt uit in drie aanbevelingen.

Bij de overgang van lager naar voortgezet onderwijs en bij de overgangen naar middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs speelt selectie een steeds grotere rol. Bij de overgang naar het voortgezet onderwijs zijn het vooral laatbloeiers en leerlingen uit lagere sociaaleconomische milieus die hiervan de nadelen ondervinden. Ouders met een hogere sociaaleconomische positie stellen vaak hogere doelen en weten ook beter hoe ze die voor hun kinderen kunnen verwerkelijken.

Daarnaast maken leerlingen lang niet altijd een goed onderbouwde keuze voor een vervolgopleiding. Meer aandacht voor het onderdeel LOB (loopbaanontwikkeling en –begeleiding) in het onderwijs verkleint het risico op uitval. In de huidige situatie komt LOB pas in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs aan de orde.

Aanbeveling 1: bewaak de ruimte die scholen hebben om leerlingen kansen te geven

De raad is van mening dat leerlingen van wie het niveau (nog) niet vaststaat, van scholen meer ruimte moeten krijgen om hun talenten te ontplooien. Kort geleden heeft de staatssecretaris enkele maatregelen aangekondigd om dit te bewerkstelligen. De raad verwacht positieve effecten van deze maatregelen, en adviseert ze goed te monitoren. Verder pleit de raad voor een periodieke monitoring van alle overgangsbeslissingen.

De raad vindt verder dat uiterste terughoudendheid geboden is bij aanvullende selectie binnen het funderend onderwijs. De afspraken die zijn gemaakt om aanvullende selectie door scholen tegen te gaan, dienen te worden nageleefd.

Aanbeveling 2: verzacht de overgangen met maatwerk voor specifieke groepen leerlingen

Het wegwerken van leerachterstanden vóórdat besluiten over vervolgopleidingen worden genomen, is doelmatiger dan het later stapelen van opleidingen en diploma's. Programma’s die leerlingen in de gelegenheid stellen deficiënties bij te spijkeren, dienen gestimuleerd te worden.

De raad adviseert verder de minister om brede en (zo mogelijk) meerjarige brugklassen te stimuleren. En in het hoger onderwijs vormen ad-opleidingen (associate-degree-opleidingen) een welkome aanvulling op het programma.Voor alle sectoren geldt dat het vroegtijdig kennismaken met de vervolgopleiding de overgang kan verbeteren.

Aanbeveling 3: verbeter loopbaanontwikkeling en –begeleiding

Een doorgaande leerlijn LOB met een bij de leeftijd passende aanpak houdt leerlingen betrokken en geeft scholen handvatten voor de ontwikkeling van loopbaancompetenties. De rol van de decaan bij het ontwikkelen van LOB kan worden versterkt. Daarnaast zou ook de vakdocent hier veel kunnen doen.