Tbo-maatregel

De Onderwijsraad adviseert staatssecretaris Dekker (onderwijs) de voorgestelde maatregel terbeschikkingstelling aan het onderwijs (tbo-maatregel) te heroverwegen. Het onderwijsperspectief ontbreekt, zo stelt de raad. Bovendien is de raad niet overtuigd van de noodzaak, effectiviteit en uitvoerbaarheid van de voorgestelde tbo-maatregel.

Op verzoek van de staatssecretaris heeft de Onderwijsraad advies uitgebracht over de voorgestelde wetswijzigingen in verband met de invoering van de maatregel terbeschikkingstelling aan het onderwijs (tbo-maatregel). Deze maatregel biedt rechters de mogelijkheid om jongeren van 12 tot 23 jaar die voor een misdrijf worden veroordeeld een zogenoemde tbo-maatregel op te leggen. Deze maatregel verplicht hen naar school te gaan. Als zij hier niet aan meewerken gaan ze naar een justitiƫle (jeugd)inrichting.

De raad concludeert in zijn advies dat de voorgestelde maatregel te eenzijdig vanuit het strafrecht is benaderd en dat het onderwijsperspectief ten onrechte ontbreekt. Hierdoor staat de tbo-maatregel op gespannen voet met de algemene taken en verantwoordelijkheden van het onderwijs als zodanig.

Daarnaast is de raad niet overtuigd van de noodzaak, effectiviteit en uitvoerbaarheid van de tbo-maatregel. Het staat onvoldoende vast dat bestaande mogelijkheden tot scholing van de beoogde doelgroep binnen en buiten het strafrecht ten volle worden benut. Bovendien is het twijfelachtig of dwang tot scholing via de tbo-maatregel ertoe zal leiden dat deze jongeren meer gemotiveerd raken een opleiding af te ronden. De raad pleit daarom voor aanpassing van de bestaande maatregelen, in plaats van invoering van een nieuwe regeling.

Op grond van bovenstaande redenen adviseert de Onderwijsraad de tbo-maatregel te heroverwegen. Indien de tbo-maatregel toch wordt ingevoerd, doet de raad een aantal aanbevelingen waarmee bij de uitvoering rekening zou moeten worden gehouden.

De staatssecretaris zal op dit advies reageren in de memorie van toelichting bij het wetsontwerp.