Toetsing in een vernieuwd curriculum
Op dit moment vindt er een vernieuwing van het curriculum van het funderend onderwijs plaats. Vanuit een brede beschouwing over de functies, mogelijkheden en beperkingen van toetsing geeft de Onderwijsraad antwoord op de vraag: Hoe kan toetsing adequaat vorm krijgen in een vernieuwd curriculum?

Herziening van kerndoelen en eindtermen
In opdracht van het ministerie van OCW werkt SLO, het landelijk expertisecentrum voor het curriculum), aan voorstellen voor de herziening van de kerndoelen voor het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs, en de eindtermen voor het voortgezet onderwijs. Deze kerndoelen en eindtermen vormen – samen met het referentiekader voor taal en rekenen – de wettelijke grondslag voor het primair en voortgezet onderwijs en zijn daarmee richtinggevend voor het curriculumontwikkeling van in de scholen.
De vernieuwing van het curriculum heeft consequenties voor toetsing. Zo worden in het verlengde van het herzieningsproces examenprogramma’s voor het voortgezet onderwijs ontwikkeld. Ook is aangekondigd dat de doorstroomtoets in het primair onderwijs en de volgtoetsen zullen worden aangepast in lijn met de nieuwe kerndoelen. Deze ontwikkelingen brengen een aantal vraagstukken rondom toetsing met zich mee.
Vraagstukken rondom toetsing
In de eerste plaats is het nodig in kaart te brengen welke onderwijsopbrengsten op welke wijze getoetst kunnen worden. De toetsbaarheid van onderwijsopbrengsten bepaalt in belangrijke mate hoe onderwijsdoelen als beheersings- of aanbodsdoelen kunnen worden geformuleerd. In de tweede plaats moet rekening worden gehouden met technologische ontwikkelingen die andere manieren van toetsen mogelijk of zelfs noodzakelijk maken. Denk aan geautomatiseerde toetsing en generatieve taalmodellen. Ten derde is het belangrijk na te gaan hoe verschillende functies van toetsing kunnen worden verenigd en onbedoelde negatieve effecten kunnen worden voorkomen.
De effecten van toetsen kunnen uiteenlopen. Toetsen en de voorbereiding kunnen bijvoorbeeld motiverend en leerzaam zijn, de aandacht richten op belangrijke onderwijsdoelen, zicht bieden op de voortgang van leerlingen, kansengelijkheid bevorderen en indicaties geven voor de onderwijskwaliteit op scholen. Toetsen kunnen echter ook onnodig veel stress veroorzaken (bijvoorbeeld als er te vaak getoetst wordt of er te veel op het spel staat), het curriculum versmallen (als de toetsing eenzijdig is) of kansengelijkheid juist onder druk zetten (bijvoorbeeld als een deel van de leerlingen toetstraining volgt en dit voor andere leerlingen niet betaalbaar is).
Verkenning in voorbereiding
Vanuit een brede beschouwing over de functies, mogelijkheden en beperkingen van toetsing geeft de Onderwijsraad op verzoek van de Tweede Kamer antwoord op de vraag: Hoe kan toetsing adequaat vorm krijgen in een vernieuwd curriculum?
Deze verkenning verschijnt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2026.